Eén cultuurgebied

Zuidoost-Azië bestaat uit twee delen. Het vasteland en een schiereiland.

Zuidoost-Azië heeft niet één cultuur. Het gebied is multicultureel: er wonen honderden volken met ontelbare talen en godsdiensten en met veel variatie in cultuurkenmerken als kunst, muziek en gebouwen. 

In Indonesië is het grootste deel van de bevolking islamiet. Vijf keer per dag klinkt vanaf de moskeeën de oproep tot het gebed. In Manila, de hoofdstad van de Filipijnen, komen de katholieken bijeen in de kathedraal. En in Cambodja staat de grootste tempel van het hindoeïsme: Angkor Wat.

Invloeden van buitenaf

 Een belangrijke oorzaak voor de cultuurverschillen is de gemakkelijke bereikbaarheid.

Al tweeduizend jaar komen er invloeden uit China. 

Ook uit India kwamen immigranten en handelaren. Zij brachten het hindoeïsme en het boeddhisme mee.

 Handelaren uit de Arabische wereld brachten vanaf de veertiende eeuw een nieuwe godsdienst mee naar Maleisië en Indonesië: de islam.

Ook nu is er nog veel uitwisseling. Vooral naar Thailand, Singapore en Maleisië komen veel mensen om er te werken. Daar is in de groeiende industrie een groot tekort aan arbeiders. Door de ontwikkeling krijg je een bepaalde cultuur.

Elf staten

 Zuidoost-Azië was een versnipperd gebied met veel koninkrijkjes en andere machthebbers. Dat veranderde vanaf de zestiende eeuw toen de Europeanen er koloniën vormden. Dat zijn gebieden in een ander werelddeel die in het bezit zijn van Europese landen.

In de loop van de twintigste eeuw werden de koloniën zelfstandige staten. Indonesië is ontstaan uit de kolonie Nederlands Indië.

 Het samenleven van al die verschillende bevolkingsgroepen veroorzaakt in een aantal staten problemen. Vooral tussen islamieten en aanhangers van andere godsdiensten zijn er conflicten, bijvoorbeeld in het zuiden van Thailand.